Je kunt de computer bedraad of draadloos (Wifi) aansluiten op het glasvezelmodem. Bij gebruik van een draadloze verbinding wordt er geen verbindingssnelheid gegarandeerd. Externe factoren zijn van invloed op de snelheid van de draadloze verbinding (zie voor meer informatie onze 
Wifi pagina)
• Bekabeld internet aansluiten
• Draadloos internet aansluiten
Voor een bekabelde verbinding met het glasvezelmodem sluit je de computer aan met een netwerkkabel (UTP met RJ45 connector) op het glasvezelmodem. Om hoge internetsnelheden te kunnen halen is het belangrijk dat je gebruik maakt van de juiste kabels. Let er daarom bij aanschaf van een netwerkkabel (UTP) op dat deze minimaal voldoet aan de 
CAT5e kwaliteitsnorm Wanneer je netwerkkabels koopt om thuis een bedraad netwerk aan te leggen. dan koop je die kabels vaak op een rol van bijvoorbeeld 100 meter. Daarbij kies je eerst welke standaard je nodig hebt. Wil je een gigabit netwerk. dan voldoet cat se prima. Wil je voorbereid zijn op de toekomst. kies dan Cat 6a dat snelheden tot 10 Gbit/s ondersteunt. Uiteraard kies je voor vaste montage in bijvoorbeeld de muur voor een kabel met vaste (solid) kern. Helaas kun je dan toch nog eindigen met een slechte kabel die niet goed werkt. Dat komt doordat er helaas fabrikanten zijn die kabels maken waarvan de aders gemaakt zijn van aluminium of staal afgewerkt met een laagje koper. Het voordeel is duidelijk: dit is goedkoper dan koper. Bij heel korte afstanden gaat dit meestal nog wel goed. bij wat langere kabels in de muur wordt een gigabit-snelheid niet meer gehaald. Bij kabels die uit aluminium zijn vervaardigd, kun je de term CCA (Copper Clad Aluminium) kunnen tegenkomen, terwijl kabels waarin staal is gebruikt aangeduid worden met ces (Copper Clad Steel). Kortom: verzeker je ervan dat je echt koper koopt dan weet je zeker dat je niet alles weer uit de muur moet trekken. Indien je meerdere computers bekabeld wilt aansluiten op het glasvezelmodem, dan kun je gebruik maken van een extra switch (niet inbegrepen). Als je geen IPTV gebruikt kunnen alle poorten voor internet worden gebruikt. Overleg dit wel met de provider omdat poorten wellicht anders geconfigureerd zijn. De apparatuur beschikt bij voorkeur over een gigabit ethernet aansluiting. Controleer hiervoor de handleiding van de apparatuur. Je sluit de computer of externe switch aan op de actieve internetpoort van het glasvezelmodem, volgens onderstaand schema.
Het glasvezelmodem is standaard geschikt voor het opzetten van een draadloos netwerk (Wifi). Voor het instellen van het draadloze netwerk heb je de netwerknaam (SSID) en de netwerksleutel (WPA Key) nodig. Op de voorkant van het glasvezelmodem vindt je een sticker met deze gegevens. Indien je hier geen sticker aantreft dan bevindt deze sticker zich op de achterkant van het glasvezelmodem. Om deze sticker zichtbaar te krijgen moet het glasvezelmodem worden losgekoppeld van de basismodule (FTU). Hiervoor volg je de stappen die hier beschreven zijn.
De werkelijke snelheid van de draadloze verbinding is onder meer afhankelijk van de afstand tussen het glasvezelmodem en de draadloze apparatuur. Daarnaast spelen verschillende externe factoren een rol in de kwaliteit van het draadloze signaal. De snelheid van een draadloze verbinding is in de praktijk altijd lager dan bij een bekabelde verbinding. HSLnet of zijn providers geven dan ook geen garantie op de snelheid van de draadloze verbinding. De snelheid bij draadloos neemt kwadratisch af bij een grotere afstand tot het modem.
Voorbeelden van factoren die van invloed zijn op de snelheid en het bereik van de draadloze verbinding zijn:
•Invloed van andere draadloze producten op een nabij gelegen kanaal of frequentie.
•Hoogspanningsbronnen zoals elektriciteitsmasten, verdeelstations of spoorwegen met bovenleidingen.
•Muren of vloeren van gewapend beton.
•Metalen oppervlakken.
•DECT-basisstation voor draadloze telefoons.
•Draadloze beveiligingsapparatuur.
•Magnetrons.
•Actieve bluetooth apparatuur.